Vrijdagmiddag 26 februari, 14.37 uur, op kantoor in een zoom call.
S, een van mijn BFF’s zit naast mij te grinniken.
De journalist kijkt ons schuin aan. Ze interviewt ons twee voor de rubriek ‘Hartsvriendinnen’ voor een van haar opdrachtgevers, een populair vrouwenweekblad met geclaimd bereik in print van 592.000 lezers.
Dan glimlacht ze vriendelijk en zegt:
“Okee. Dus jij bent getrouwd, Linda. Hoe lang heb je al een relatie met je man?”
Mijn hersenen kraken.
“Volgens mij hebben wij op 14 oktober 1998 verkering gekregen. Of was het toch 1997?”
Ik kijk naar S.
“Ja, moet je mij niet aankijken, Lin. Ik weet veel van jou, maar dat weet ik niet, hoor. Haha…”
De journalist oppert: “Ik reken het aantal jaar nog wel uit. Jullie krijgen sowieso de tekst nog te zien voorafgaand aan de publicatie, dus mocht er een foutje instaan, dan kun je dat nog corrigeren.”
We knikken instemmend. Ik had ook niet anders verwacht, want dat spreek ik altijd af wanneer iemand mij een interview afneemt. Bovendien, toen ik als journalist bij de krant werkte, was het niet anders.
“Even kijken, hoeveel jaar geleden is dat nu… 1998… Ja, erg, ik ben nooit zo’n ster in hoofdrekenen”, beaam ik ietwat beschaamd, giebelend.
“Ik vind het al knap dat je precies de datum weet”, zegt S. “Ik onthoud data nooit. Wat dat betreft heb jij echt een olifantengeheugen.”
De journalist fronst met haar wenkbrauwen. Ik vermoed dat ons geklep wat te lang duurt.
“Heb jij een open relatie?”, hoor ik de interviewer vragen aan S..
Ik doe er nog een schepje bovenop door de vraag meteen te herhalen:
“Ja, zeg eens. Heb jij een open relatie?”
Soms komen er vragen voorbij in een interview die je niet verwacht. Bijvoorbeeld over jouw privéleven, terwijl je voor je werk wordt geïnterviewd.
Soms legt een interviewer je een stelling voor, waar je niet eerder over nagedacht hebt. Soms overdondert een journalist je. Door een ogenschijnlijk compleet andere vraag te stellen, waarvan jij denkt: ‘Wat heeft dát nu met mij te maken?’
In al die gevallen wordt je voor het blok gezet: wat ga je antwoorden? En op welke manier?
Valt het de journalist (en daarmee de lezer/kijker/luisteraar) op dat je geïrriteerd raakt, of blijf je koelbloedig?
Ga jij mee in het verhaal en raak je verstrikt in jouw eigen woorden?
Of pas je mentale aikido toe en blijf je staande in het gesprek?
Nu kun je denken: ‘Ach, wat zou het. Ik hoef toch niet overal op voorbereid te zijn?’
Dat kan.
De meeste experts – echter – die ik ken, willen weten wat hun opties zijn.
En ze willen zich goed voorbereiden.
En hoe ze kunnen reageren op een ‘negatief frame’.
Dit en meer behandel ik in een MediaTraining.
Na de MediaTraining met mij voelen experts, auteurs en kennisondernemers zich sterk, vol zelfvertrouwen en weten ze zich goed staande te houden in elke situatie, elk mogelijk interview. Ze hebben een open houding en staan de pers graag te woord. Dat leidt tot een ‘prettige, soepele communicatie en daarmee een open(hartige) relatie met de media’, zoals een van mijn klanten het beschreef.
Om te weten of dit iets voor jou is, zo’n ‘open relatie met de pers’, kun je een strategiegesprek bij mij boeken. Mocht je dan besluiten om de MediaTraining bij me te boeken, dan verreken ik de investering van jouw strategiegesprek door een korting te geven op jouw MediaTraining.
Fijne week!
Linda – altijd in voor een interview – Graanoogst
P.S.
Als je wilt weten hoe het gesprek afgelopen is, lees dan hieronder door:
Waar waren we gebleven? Oja…
“Heb jij een open relatie?”, hoor ik de interviewer vragen aan S..
Ik doe er nog een schepje bovenop door de vraag meteen te herhalen:
“Ja, zeg eens. Heb jij een open relatie?”
S. kijkt verschrikt.
De journalist nu ook.
“Nee”, verdedigt ze zichzelf. “Ik vroeg: Heb jij óók een relatie?”
“Ooooh”,reageren mijn BFF en ik in koor.
Ik knipoog naar de journalist en grinnik:
“Geintje.”